Versie 1

 

De scalp van een supergrootmeester

 

Eerste ronde ereklasse KNDB competitie seizoen 2003-2004

 

Tilburg, 20 september 2003      Angarde Informatica – Wolter & Dros ADG

 

Bord 5

Harm Wiersma – Arne van Mourik 0-2

1.33-28 17-22 2.28x17 11x22 3.39-33 6-11 4.35-30 20-25 5.34-29 25x23 6.32-28 23x32 7.37x6 Leuke openingsvariant al geeft dit ook de zwartspeler probleemloos openingsspel. 7....19-23 8.41-37 15-20 9.46-41 14-19 10.37-32 10-14 11.41-37 5-10 12.31-26 10-15 13.37-31 20-24 14.33-28 15-20 15.38-33 16-21 16.26x17 12x21 17.42-38 21-26 18.47-42 26x37 19.42x31 4-10 20.31-27 20-25 21.40-35 24-30 22.35x24 19x30 23.28x19 14x23 24.45-40 9-14 25.44-39 13-19! [Tijdverbruik op dit moment 1 uur en 13 minuten om 1 uur en 2 minuten] 26.49-44 3-9 27.36-31 8-13 (?!) 28.40-34 30-35 29.33-28 7-12 30.39-33 10-15, zie diagram 1. Over de fase tussen de 12e en 30e zet valt natuurlijk veel te zeggen. Dat komt aan bod in een uitgebreidere analyse van de partij. Belangrijk voor het verdere verloop is in ieder geval dat Wiersma in die fase zeeën van tijd gebruikte.

 

   31.31-26(?)                          34....14-20                            45.38-32 

 

31.31-26? Met het oog op de situatie na 34...14-20 is eerst 31.44-39 handiger. Dan is 15-20 absoluut verboden vanwege 32.50-44! 20-24 33.34-30 25x34 34.39x30 en het gebrek aan bewegingsvrijheid wordt zwart fataal. Dus had er na 31.44-39 niets anders op gezeten dan het armzalige 23-29 te spelen en hoe wit ook slaat, groot voordeel is een feit. Een speler van het kaliber Wiersma buit dat dan ongetwijfeld uit. Met de tekstzet verspeelt hij een kostbaar tempo op de korte vleugel. 31..15-20 32.44-39 20-24 33.34-30 25x34 34.39x30 zie diagram 2. ...14-20! 35.28-22? Het logische 35.30-25 9-14 levert wit optisch veel voordeel op, maar misschien had Wiersma argwaan voor een offervariant. Die blijkt er ook daadwerkelijk in te zitten getuige 36.43-39 [50-44?? geeft zwart dam op 50] 35-40 37.50-45 2-7! 38.45x34 23-29 39.34x23 18x29 40.48-43 29-34! 41.39x30 24x35 42.43-39 20-24 43.39-34 en nu de clou 13-18!! De zwarte schijven staan nu toevallig allemaal op de goede plek om alsnog door te breken. Er dreigt 14-20 en op de ruil met 44.27-22 volgt hetzelfde mechanisme dankzij de staart 1/7/12. Dus zou er gevolgd zijn 44.34-29 35-40! 45.29x9 19-23 46.28x19 18-22 47.27x18 12x3. Het eindspel met twee schijven meer is natuurlijk alsnog gunstig voor wit, maar zwart is erg snel op dam om flink van zich af te bijten. Na de partijzet kantelt de partij naar voordeel voor zwart. 35....23-29 36.26-21 9-14 37.30-25 35-40 Met zelf nog een minuut of 7 op de klok tegenover iets meer dan 1 minuut voor Wiersma bood ik hier remise aan. Tegen een gerenommeerder tegenstander had Harm dat vast aangenomen. De tussenstand (3-1 voor ADG) noopte hem tot doorspelen, alleen besloot hij daar pas toe na nog zo’n 20 seconden bedenktijd te hebben gebruikt.... Voor de resterende 13 (!) zetten bleven er dus pakweg 45 seconden over waarin hij uiteraard niet meer noteerde. 38.21-17 12x21 39.27x16 18x27 40.32x21 2-7 41.21-17 7-12 42.17x8 13x2 43.16-11 40-45 44.33-28 29-34, diagram 3. De witspeler verkeert nu in moeilijkheden want in de weinige tijd die er nog over is moet hij een eventuele dam op 50 onschadelijk zien te maken. Waarschijnlijk was Harm zich dus aan het voorbereiden op zoiets als 45.38-32 34-40 46.28-22 24-29 47.43-39! en zwart heeft geen echte dreiging. Daarom beviel me het idee om juist nog enkele keuzemomenten aan te bieden. Op 45.38-32 zou ik meteen met 24-29 antwoorden en niet met 34-40. De mogelijkheid om snel nog even naar de consequenties van 46.43-39 en 47....29-33 te kijken zou wellicht aanlokkelijk zijn. Merk trouwens op dat zwart op 45.28-22 niet met 19-23 mag reageren vanwege 46.22-18! en 47.11-7 w+ In dat geval was ik dus wel verder gegaan met 45....34-40. 45.38-32 24-29 46.43-39 34x43 47.48x39 en inderdaad trok Harm voor deze ruil net even iets te veel tijd uit. Misschien in de onwetendheid dat hij nog drie zetten moest doen. Weer volgde vrijwel meteen m’n volgende zet ook al had ik nog ruim 5 minuten. 47....20-24 48.11-7 2x11 en er verscheen een min voor het extra uur dat inmiddels bij wit op de digitale klok stond. De arbiter verzocht direct de zetten bij te werken en vroeg “Hebben jullie de zetten gehaald?” Met verbaasde intonatie hoor ik mij nog “Volgens mij niet” zeggen en in feite wist ik honderd procent zeker van niet want ik had tot en met de 42e zet genoteerd en verder afgeteld. Even later kreeg ik de hand van een beduusde Harm Wiersma aangereikt. Zijn laatste kloknederlaag kon hij zich niet meer herinneren....De stand na 49.6x17 1-7 en dan bijvoorbeeld 50.32-27 is potremise. Hoeveel seconden zou je nodig hebben voor het uitvoeren van die witte zet, slag, zet? Twee, drie seconden?

Misschien is het gemis van die paar seconden wel het mooiste wat mij ooit in het wedstrijddammen zal (zijn) overkomen!

 

Arne van Mourik