Ik zou zuur, en de verdenking van luiheid op me ladend, me kunnen beperken tot de werkstukken van het duo Riemens-van der Stoep en in onderstaande serie last-but-not-least Juskevic. Laat ik echter gul zijn en laten zien dat er in de categorie 'behoorlijk tot goed' best veel te genieten viel in de probleemserie van het oktober- en decembernummer uit 1993.
| De minschijf van zwart is maar relatief, omdat 15 niet kan wegens (20,39). Daarom stoot de schijf op 34 naar 23, en gaat het na de zwarte dwangzet gesmeerd naar oppositie. Leuk probleem van de meester van de natuurlijk aandoende beginstanden. | |
178.W. Lente | |
| Het probleem onrleent zijn schoonheid uitsluitend aan het verbluffend fraaie 23!! Het voorwerk met staccato offeren om de zwarte schijf op het damveld te krijgen is weinig meeslepend. | |
179.J. Leblanc | |
| Dit probleem boeit me, omdat de 16x16-stand geen schizofrene trekjes behoeft te vertonen om tweemaal een zwarte dam op meerslag te laten staan, zodat wit aan een grote schoonmaak kan beginnen. Na het damhalen op 4 is het aardig om te zien hoe zwart nog eenmaal op esthetische wijze tegenspel biedt. na (28,39) is het simpel offeren en de dam op 6 schuiven, met tric-trac. | |
196.M. Douwes | |
| 40(46AB) 11,30,24(30)1(28)44,6. A. (45)30(46)11,24(30)1. B (28)30,24(30)1. Als forcing gepresenteerd maar mweer een keuzeslag-probleem, want het komt altijd op de trict-trac opsluiting uit. Grappig ding! | |
199. A. Miedema | |
| Dat zie je niet vaak dat de Guera-motiefschijf zo op 25 gebracht wordt! Ik neem de rare beginstand met al de blokjes maar voor lief. Ook zie je niet vaak dat het motiefveld 2 zo wordt vrijgemaakt. | |
205. L. de Rooij | |
| Het probleem kent één hoogtepunt: de zet 11!! waarna zich een latente molenwiek openbaart. Ook keurig opgelost dat de witte scherprechter opstoomt vanuit het hoekveld waar het schijf 45 tegenhield. | |
209. L. de Rooij | |
| Ook een manier om op dit motief uit te komen. Zwart zadelt wit met een tempoprobleem op na (39). Meer ingenieus dan fraai.(En na (39) zal 38 toch ook wel winnen? SK) | |
210. W. A. de Ron | |
| ipv 36-41 kan zwart ook (40) spelen. Dan volgt 41,15 (29)33(45)50. Een miniatuur van grote schoonheid, waarin het forcingaspect de hoofdtoon voert. Een fijn stukje!. | |
221.Riemens/vdStoep | |
| Dat sluip-door-kruip-door van de witte dam kon me wel bekoren. | |
? L.F. Faber | |
| Het was het jaar van Viergever. Vanuit een draaglijke stand met een keurige barricade op veld 50 weet wit door subtiel schuiven het aantrekkelijke veld 21 te bereiken. Daarna een paar fraaie klappers, keuzeslag voor zwart en het bereiken van de naturelstand vanaf 25. | |
239. Ir. J. Viergever | |
| Vanuit een niet zo draaglijke beginstand wordt een brave afwikkeling naar een bekend motief gepresenteerd. Waarom plaatsing van dit probleem? Ik vind 35x44!! zo mooi! | |
240. A. Miedema | |
| Dit bedoel ik nu: eindelijk wordt het verschil aangegeven tussen behoorlijk of goed en best of super best. Speel 44 en sla daarna 2x41!! en u begrijpt wat ik bedoel. Het laatste probleem uit 1993 dat ik u laat zien, en ook de kampioen! | |
243.S. Juskevic |
Deze problemen zijn geselecteerd en van commentaar voorzien door mr. M. Veldstra in zijn rubriek "De beste problemen van tien jaar geleden". Deze rubriek is een vast onderdeel van De Problemist.