1-6

INLEIDING

(in miniatuur)
 

Echte zin voor 't schoone Sluit ook orde in:
Schoonheid derft heur krone Zonder ordezin.
 

Er zijn twee soorten problematiek. De Practische Slag (Coup Pratique), waarin de problemist bewust aanvullend werkt teneinde zooveel mogelijk de illusie van een partij- stand te scheppen, en het eigenlijke Probleem - onderwerp van deze verzameling - met de omgekeerde werkwijze der uiterste economie. In het geval van problemen met natuurlijken stand gaan beide soorten in elkaar over; door het geringe materiaal is dit veelvuldig bij de Miniatuur, hetgeen de algemeene belangstelling voor deze vergroot.

Een probleem - moge het ook veel moois bevatten - geeft, indien niet zuiver afgestemd, den problemist geen volledige voldoening, beteekent voor hem technisch een mislukking, hoogstens een leerzame proefbewerking.

Ofschoon orde op zichzelf reeds een zekere mate van schoonheid schept, behoeft een probleem, dat aan scherpe regels strikt beantwoordt, daarom niet noodzakelijk mooi te zijn; de onweegbare factor van het kunstzinnige speelt een voorname rol in de problematiek.

Door het enorme aantal combinatiemogelijkheden in evenwichtigen stand heeft het damprobleem nimmer abnormale vormen aangenomen (zooals het schaakprobleem of het Russische opsluitings-damprobleem in onevenwichtige stelling) en - aan de partij. ontsproten - behield het daarvan de kenmerken: redelijke krachtsverhouding en mogelijkheid van stand volgens de gewone schuif- en slagregels. Een probleemstand heeft dus immer een meer of minder verwijderde verwantschap met den partijstand, hetgeen aan den eenen kant een natuurlijke algemeens belangstelling voor het damprobleem verwekt, aan den anderen kant leidt tot de verwarrende gewoonte den probleemstand ook in karakter als partijstand te beoordeelen. De stand echter van een probleem (een puzzle - de unieke ideebelichaming van partij-aankleve ontdaan) is voor den problemist een einde en heeft geen voorgeschiedenis; de eisch - buiten bloote mogelijkheid - van logische verklaarbaarheid van den laatsten zet volgens partij-opvatting (zoo afhankelijk van het individueel oordeel) lijkt daarom overdreven. Wel is natuurlijk, getrouw aan de herkomst, het standgevoel in het probleem op den partijstand gegrond, hetgeen tot uiting komt in een streven naar het gescheiden houden der kleuren, en blijft den problemist als een soort illusie voor oogen zweven het bereiken van een quasi-klassieke stelling met de dubbele voldoening terzelfder tijd een gaaf probleem en een practischen slag te hebben geschapen. Daar vele denkbeelden zich er niet voor leenen is het echter onjuist een natuurlijken stand als vasten eisch te stellen; het terrein der problematiek zou daardoor kunstmatig worden beperkt.

Het streven zij gericht naar vaststelling van vaste technische regels (die den standaard van den kieskeurigen problemist althans dienen te benaderen), opdat individueele opvatting zooveel mogelijk beperkt bhjve tot factoren als schoonheid en moeilijkheid, die niet door regels zijn te binden.

De miniatuur in het bijzonder is aangewezen op scherpe regels, daar feilen sterker opvallen naarmate het materiaal kleiner is.

Scherpe regels ontmaskeren de indringers, die onder valsch mom de problematiek zijn binnengeslopen.

Ter volle waardeering en genieting dient de oplosser een probleem nauwkeurig op scherpe regels te proeven: het als het ware te „inhaleeren„ (W. B. M.).

Volgens den aard van het damspel bestaat er niet immer evenwicht tusschen afgegeven en geslagen stukken; figuratie is dus gewettigd, maar dient zander flarden en met het beste effect te worden aangewend zóó dat de gekozen bewerkingswijze voert tot de onwrikbare unieke stelling, die in de probleemschat een vaste plaats heeft.

De miniatuur is de kleinkunst der problematiek: schoonheid geconcentreerd in klein bestek.

Het componeeren van miniaturen is soms zeer moeilijk, soms slechts vermijding van de moeilijkheid eener grootere bewerking. In aard heeft het een eigen karakter: meer in beperkenden dan in uitbreidenden zin.

In de miniatuur - meer ontspanning dan inspanning - wordt moeilijkheid niet gezocht, maar ook niet geweerd.

Een stand is geen miniatuur indien duidelijk onvolgroeid; omgekeerd is een grootere stand in wezen kleiner indien overladen met nietszeggende of verwisselbare zetten.

Een stand is geen miniatuur (karakteristiek schijvenprobleem), doch een ander (en daarom niet minder belangwekkend) genre, indien een witte schijf in één zet naar dam schuift op een ruit, welke steeds onbezet is geweest (verkapte dam). Schuiven naar dam in twee zetten daarentegen is reeds een idee.

Bijzondere schoonheden der miniatuur: een gesloten slagkern en in verhouding tot het aantal schijven uitgebreid slagspel.

Definitie: De miniatuur heeft een beginstand, welke uitsluitend bestaat uit schijven, en wel hoogstens 7 aan elken kant (dit aantal werd het eerst voorgesteld door H. de Jongh). Volgens de ervaring immers tasten 8 schijven in één kleur (al is de wijze van groepeering ook van invloed op de visie) het karakter van lichtheid reeds aan; dus een 6 x 8, hoewel 14 schijven in totaal, is geen miniatuur.

Ondergrens: miniatuur en schijveneindspel gaan in elkaar over en scheiding is noodig. Dus een schijveneindspel is een miniatuur (eindspelminiatuur), indien de afwikkeling wordt volbracht uitsluitend door de actie der witte schijven onderling, zonder dat wit daarbij een dam haalt of - als uiterste - indien een dam hoogstens nog dient om een zwarte schijf van dam te houden, waarvan no. 1 theoretisch het uiterste geval is. In tegenstelling met strategische eindspeltechniek immers stemt het combinatieve in dit soort eindspel vrijwel overeen met dwangspel in schijvenstudies; de soort is bovendien vrij zeldzaam, talrijker echter dan de verzameling op het eerste oog laat zien, daar niet zelfstandig is herhaald wat reeds als eindmotief in bewerking voorkomt.

De miniatuur omvat alle soorten, welke de problematiek erkent (slagproblemen, studies, lokzetten etc.).

De miniatuur-begrenzing is dus de groote scheiding van het schijvenprobleem in lichte en zwaardere soort, welke beide weder vatbaar zijn voor onderverdeeling.

Waarom deze verzameling?

Bijzondere belangstelling voor den kleinen stand, niet alleen bij den problemist, doch ook bij den speler.

Geschiktheid van het genre voor den beginner ter aanleering van het combineeren, daar concentratie op een gering aantal stukken gemakkelijker is.

De mogelijkheid om juist van dit genre (wegens de 5 betrekkelijke zeldzaamheid van goede miniaturen in de damliteratuur) in het kader van een boek een beeld te geven van een volledig onderdeel der problematiek en daardoor controle op de veelvuldige dupliceering van miniaturen in de pers (allemansstanden).

Volledige kennis van het tot heden gepresteerde als springplank voer nieuwen compositie-arbeid op dit gebied.

Keuze: Om de met groote moeite (doch binnen de grenzen eener liefhebberij) bijeengebrachte duizenden kleine standen te brengen binnen het gedachte kader van 1000 (achteraf gebleken een vrij juiste raming van het bruikbare in de bestaande productie) pasten wij toe: Scherpe Regels (S. R.), waartoe wegens bestaande slordigheid overigens voldoende aanleiding bestaat. Een extra selectie op schoonheid is slechts in geringe mate geschied, teneinde den lezer de gelegenheid te geven tot zelfstandige beoordeeling van de uitwerking der S. R. op een geheel genre (een absolute keurcollectie ware gemakkelijker geweest, maar zou niet aan onze menigvuldige bedoelingen hebben beantwoord). De kleine lijst van bekende miniaturen, die door toepassing der S. R. buiten de verzameling zijn gebleven, dient hetzelfde doel. Ook de minder mooie miniaturen (mits correct) zijn onontbeerlijk, daar deze het meest worden herhaald. De beginner is verder gebaat met het groote aantal zeer eenvoudige stellingen. De verzameling zelf bevat reeds een aantal „verwante” standen. Die waarmede de verzameling overliep zijn vervat in de Lijst van Verwante Standen, meestal andere bewerkingen van hetzelfde motief op dezelfde plaats van het bord, spiegelingen, etc.; zij geven een inzicht in verschillende bewerkingsmogelijkheden.

De verwante standen vormen met den desbetreffenden verzamelingsstand één geheel en zijn in vele gevallen even goed of beter naar gelang van persoonlijken smaak. Een aantal verwante standen werd aan de lijst toegevoegd nadat de verzameling reeds was afgesloten.

Oorspronkelijkheid: groote zorg is besteed aan juiste dateering. Standen zonder jaartal (in sommige gevallen helaas verloren gegaan) zijn meestal eerste publicaties. Mogelijk is een aantal hier of daar gepubliceerd na opname in de verzameling. Een groot deel der collectie is oorspronkelijk ten opzichte van de geheele problematiek. Natuurlijk is in vele gevallen de idee reeds eerder verschenen in grooteren vorm (moeilijk vast te leggen door het ontbreken van een volledig probleemarchief) en geldt daar oorspronkelijkheid slechts voor den miniatuurvorm.

Rangschikking: volgens aantal schijven en in deze afdeelingen volgens de nummering der zwarte schijven, dus „alphabetisch” (1001 voor de aardigheid gecomponeerd als „laatste woord”).

Verzoek aan de lezers: Ten dienste van verdere publicatie zijn welkom: Correcties en/of betere bewerkingen van de geboden standen; correcties en aanvulling van dateering en auteursschap. Toezending van eventueel gemiste of nieuwe miniaturen, zoomede alle standen, waarin een der kleuren 8 schijven telt en de andere hetzelfde aantal of minder (dit laatste ten dienste onzer 8 x 8 verzameling).

Dank aan:

De vele inzenders van oude en nieuwe miniaturen.

Hen, die ons gedurende het verzamelen vereerden met fraaie miniatuuropdrachten.

Den heer F. Damoiseau voor het uitschrijven van een specialen miniaturenwedstrijd in Le Grognard 1935 ten bate dezer verzameling.

De heeren P. N. Faure en W. B. Monsma, inderdaad medewerkers, die het eigenlijke karakter der verzameling sterk hebben beïnvloed en een belangrijk aandeel hadden zoowel in het vruchtbare anonieme werk, waarvan de verzameling blijk geeft, als in den nog omvangrijker arbeid (tot redding van „drenkelingen”), welke vergeefsch is geweest.