24-26 | |
GEBRUIKTE TERMEN EN TEKENS | |
De nummering van het bord: | |
33-28 |
Het stuk op 33 schuift naar ruit 28. |
33x22 |
Het stuk op 33 slaat naar ruit 22. |
2..1 20..39 |
Wit schuift achtereenvolgens van 22 naar 1, terwijl zwart achtereenvolgens schuift van 20 naar 39. |
= |
aan het einde van een spelgang beteekent, dat deze op remise uitloopt. Staat niets aan het einde van een spelgang dan beteekent dit winst; is dit in sommige gevallen winst voor zwart dan blijkt dit vanzelf uit den overgebleven stand. Slagen van zwart zijn in de oplossingen als vanzelfsprekend weggelaten en alleen aangegeven in het geval van slagkeuze. |
? |
Zwakke zet. |
* |
Speciaal geschikt voor oplossing door beginners. |
(A) |
Afkorting voor Arrangement, voor de goede orde aanduidend dat, teneinde opname in de verzameling mogelijk te maken, de stand zonder aantasting van het oorspronkelijk auteurschap is gewijzigd volgens S.R., al ware het slechts door verplaatsing van een enkele schijf (het is nl. mogelijk, dat een auteur niet voor den gewijzigden stand verantwoordelijk wil zijn, althans bezwaar heeft tegen de wijziging zelf). |
(P) |
Stand voorgekomen in de partij. |
(R) |
Voor het doel der verzameling gereduceerde stand. |
(S) |
Voor het doel der verzameling gespiegelde stand. |
Jaartal |
Boven het diagram: jaar van eerste publicatie. |
Naam en jaartal |
In den loop van een oplossing: geeft het moment aan, waarop een stelling is ontstaan die reeds vroeger door den genoemden auteur in genoemd jaar is ontwikkeld. |
Opgave |
Wit is steeds aan zet tenzij anders onder het diagram is aangegeven. Wit wint steeds, tenzij anders onder het diagram aangegeven Dus: Zwart speelt beteekent Zwart speelt en Wit wint |
Lokzet |
Wit speelt en doet een zet, die zwart verlokt tot een foutieve combinatie. |
Loklokzet |
Wit speelt en doet een zet, welke zwart verlokt een foutieven lokzet te spelen. |
Remise |
Wit speelt en maakt remise. |
Remiselokzet |
Wit, in ongunstige stelling, verlokt zwart tot een nadeelige combinatie, welke wit remise oplevert. |
Schijfwinst |
Wit speelt en wint minstens een schijf, die niet door zwart is terug te winnen. |
Gedwongen winst |
Wit wint met behulp van dwingende positiezetten. |